
Op onze school kan je terecht voor de tweede en derde graad van je secundair onderwijs.
De afdelingen die wij aanbieden situeren zich allemaal binnen het KunstSecundair Onderwijs (KSO).
In Vlaanderen zijn er – over de onderwijsnetten heen – slechts dertien scholen die uitsluitend KSO aanbieden in de studiegebieden BALLET, PODIUMKUNSTEN en BEELDENDE KUNSTEN.
De afdelingen die wij aanbieden situeren zich allemaal in het studiegebied BEELDENDE KUNSTEN en onze school heeft hierin veruit de langste traditie.
Typisch voor dit studiegebied is de onderverdeling van de studierichtingen in twee polen die zowel in de tweede als derde graad aan bod komen. Deze twee polen, KUNSTEN – VORMING, onderscheiden zich van elkaar op het vlak van hun doelstellingen, hun verhouding in lesuren tussen de algemene en de artistieke vakken en hun uitstroommogelijkheden.
Na het tweede leerjaar van de tweede graad behaal je het getuigschrift van de tweede graad secundair onderwijs en elk van de zes mogelijke richtingen in de derde graad levert je een diploma secundair onderwijs op. Dit betekent dat je na het volgen van kunstsecundair onderwijs nog alle kanten uit kan, rekening houdend met je leermogelijkheden en interesses. Het is dus niet zo dat je uitsluitend in artistieke opleidingen terecht kan/moet komen in het hoger onderwijs.
Het volgen van een afdeling binnen het KSO kan wel een flinke steun betekenen als je in het hoger onderwijs een kunstopleiding wil volgen.
Of het nu om die reden is dat je je inschrijft op onze school of omdat je op zoek bent naar een school die je niet alleen met je hoofd, maar ook met je hart en je handen leert nadenken en je nieuwe mogelijkheden om jezelf uit te drukken leert kennen, het is vooral belangrijk dat je je goed informeert over de verschillende afdelingen zodat je meteen het gevoel kunt hebben dat je juist zit. Het is daarom goed om de verschillende mogelijkheden over de ganse lijn met elkaar te vergelijken en ze te toetsen aan je eigen gevoel en interesses.
Wat je ook kiest, houd er rekening mee dat je bereid moet zijn om ook na de schooluren tijd te investeren in taken en opdrachten voor zowel je theorievakken als je ateliers.
Het bovenstaande organigram toont je de verschillende afdelingen met de meest voor de hand liggende overgangen tussen de tweede en derde graad.