Wat is het verschil tussen Kunsten en Vorming?

Kunsten Vorming
D/A-finaliteit
d.w.z. dat je na de 3de graad kiest om ofwel naar de arbeidsmarkt te gaan ofwel om verder te studeren (professionele of academische bachelor / HBO5 …). In principe is KSO steeds doorstroom en zullen de mogelijkheden op de arbeidsmarkt vrij beperkt zijn en zullen de leerlingen meestal verder studeren. 
D-finaliteit
d.w.z. dat je na de 3de graad verder studeert. Je kiest voor een professionele of academische bachelor, meestal is dit binnen het domein van beeldende kunsten (zie onderwijskiezer.be)
Vanuit concrete en praktische invalshoek werken aan de doelen – eenvoudige structuren
Praktisch theoretisch
Conceptuele benadering van de doelen
Abstract theoretisch 
3 uur (2de graad / 5de jaar) wiskunde
2 uur (6de jaar) wiskunde
4 of 5 uur (2de graad) wiskunde
3, 4, 5 of 6 uur (3de graad) wiskunde
1 uur
natuurwetenschappen
2 of 3 uur
natuurwetenschappen
2 uur Frans 3 uur (2de graad) Frans
2 uur (3de graad) Frans
4 uur (2de graad) Nederlands
3 uur (3de graad) Nederlands
4 uur Nederlands
 
 
- Minder abstract, concreter
- Meer in een context en toegepaster
- Basisvorming
Bv. herkennen / stappenplan gebruiken / … 
De andere theorievakken hebben een zelfde aantal uren maar de inhouden zijn / aanpak is
- Abstracter
- Conceptueler
- Diepgaandere basisvorming
Bv. toepassen / zelf stappenplan opstellen / ideeën en concepten zelf ontwikkelen
15 uur kunstvakken

Je ontwikkelt je eigen ideeën bij specifieke, concrete en afgebakende opdrachten
en leert een artistiek-creatief proces toepassen vanuit verbeeldingskracht en vakdeskudigheid.
Geïntegreerde aanpak van de atelier
9 tot 12 uur kunstvakken

Je ontwikkelt eigen ideeën en bedenkt originele concepten.
Vanuit verbeeldingskracht en diepgaand theoretisch onderzoek werk je aan verschillende oplossingen tijdens artistiek-creatieve processen.
Aparte modules (architectuur / beeld / audiovisueel) met cross-over.