Keuzeateliers
In de afdeling Beeldende Kunst heeft de leerling een keuze tussen één van deze vier keuzeateliers.
Je maakt de keuze voor het focus- en het keuzeatelier voor de volledige graad. Elk keuzeatelier is combineerbaar en toepasbaar bij elk focusatelier. Er is één uitzondering: het focusatelier Audiovisuele Kunst kan niet gecombineerd worden met het digitaal keuzeatelier.
In het Digitaal atelier kan je kennismaken, experimenteren, onderzoeken en jouw ontwerpen naar een hoger niveau tillen met digitale technologie.
In het 1ste jaar van dit keuzeatelier ga je via doelgerichte opdrachten digitale beelden ontwerpen en bewerken met behulp van diverse computerprogramma’s (zoals het Adobe pakket uit de Creative Cloud, Artificiële Intelligentie …) en digitale tools (zoals smartphone, fototoestel, scanner, beamer …). Onderzoek en experimenteren met de artistieke beeldtaal staan centraal.
Vanaf het 2de jaar werk je aan eigen projecten en beslis je zelf welke digitale technieken je verder wil uitdiepen.
De digitale technieken die je leert zijn geen doel op zich. De artistieke beeldtaal en de inhoud van het beeld primeren. Je werkt verschillende projecten uit en je maakt op je eigen tempo gaandeweg kennis met de nodige programma’s.
Kernwoorden: Foto, Video, Adobe, Design, Interactief, Storytelling, Beeldanalyse, Website, Online, Gamedesign, Portfolio
Met traditionele druktechnieken creëren we hedendaags werk. De naam grafiek slaat op de traditionele druktechnieken. Het vrije slaat op het autonome beeld die gecreëerd wordt door de leerling zelf.
Een voorbeeld van een druktechniek is linosnede, waarbij je een ontwerp uitsnijdt uit een linomat, die je dan later ininkt en drukt onder een pers. Andere technieken zijn: koperets, droge naald, zeefdruk, aquatint, etc.
Vrije grafiek is artistiek en technisch een groot avontuur. Je leert ontwerpen en je ontwikkelt een eigen beeldtaal. Je leert veilig werken met diepdrukpersen en hoogdrukpersen. Je leert de juiste producten voor de juiste opdracht te kiezen. Maar je laat je vooral ook begeesteren door het fascinerende drukproces. Hoe je werk uit de pers komt, blijft telkens opnieuw verrassen! We drukken op papier, totebags of zelfs op T-shirts!
Het proces van de opdracht bestaat uit een ontwerpfase, een uitvoerende fase en een drukfase. We leren je de juiste ontwerptechniek bij de juiste druktechniek te gebruiken.
In het 5de jaar onderzoeken we de basisdruktechnieken. We leren de werking van het atelier goed kennen. We komen tot ontwerpen door te tekenen, te schilderen, door het creëren van collages of soms iets fotografisch, ... Er wordt voor een deel digitaal gewerkt, dit echter in beperkte mate. Zo kan een digitale collage bijvoorbeeld het ontwerp zijn voor een koperets. Het digitale aspect ondersteunt altijd de manuele techniek. Wie zich wil verdiepen in Photoshop kan dit zeker en wordt daarin ondersteund, maar dit is zeker niet verplicht. Het autonome artistieke beeld blijft ook daar centraal staan.
In het 6de jaar verdiepen we ons nog verder in de wereld van hoogdruk, diepdruk, vlakdruk en doordruk. Er komen enkele nieuwe technieken aan bod. Een deel van de tijd zal gebruikt worden om onderzoek te doen en beelden te creëren voor de Geïntegreerde Proef (GIP).
Wat is ruimte? Hoe verandert de ruimte als je er iets in plaatst? Hoe verhouden mensen en objecten zich tegenover elkaar en tot de omgeving na bepaalde ingrepen? Hoe installeer je objecten en hoe maak je van materie een installatie? Kan een actie die je uitvoert ook een kunstwerk zijn?
Installatiekunst, sculptuur en scenografie loopt in de praktijk vaak door elkaar. In dit atelier onderzoeken we de raakvlakken. Vertrekkend vanuit een nieuwsgierigheid, een idee of concept gaan we aan de slag. Niet met het oog op een afgewerkt resultaat, maar op zoek naar boeiende experimenten en (impactvolle) bespelingen van en in de ruimte.
Rule 10: ‘We’re breaking all the rules. Even our own rules. And how do we do that? By leaving plenty of room for X quantities.’
— John Cage
Het artistieke proces: we starten ergens, gaan experimenterend op zoek naar mogelijkheden, blikken terug en gaan weer verder.
We geven een thematisch kader, inspireren met voorbeelden uit de kunstgeschiedenis en actualiteit en gaan aan de slag met bepaalde materialen.
We zoeken telkens nieuwe manieren om met kleur, materie en textuur te werken.
We hanteren verschillende materialen en technieken: pigmenten, organische kleurstoffen, verven, inkten, verstuiven, schilderen met penselen, sponzen, pluimen, op papiersoorten, op textiel, hout, plastic… Deze materialen kunnen steeds aangevuld worden met meegebrachte zaken van thuis.
Zo weten we als leraar eigenlijk nooit wat het ‘eindresultaat’ zal zijn. Dat is ook niet het belangrijkste, we kijken vooral naar hoe de leerling alle mogelijkheden uittest en tot oplossingen komt.
Spreken over eigen en elkaars probeersels, is inspirerend en dat doen we dan ook regelmatig. Het ‘eindproduct’ vormt zo steeds weer een begin, een startpunt waar we op een andere manier naar zullen kijken om weer mee aan het werk te gaan. Zo is het beeldend proces een heel organisatorisch en individueel begeleid traject.